Verlichting

De verlichting in een huis is erg belangrijk en toch wordt er hier tegen nog veel gezondigd. Een goede verlichting moet praktisch & efficiënt zijn, maar ook de juiste sfeer scheppen. In woningen wordt er daarom steeds gewerkt met een combinatie van soorten verlichting. Als basis wordt er steeds gebruik gemaakt van een degelijke algemene verlichting die ook reeds zorgt voor de eerste toon naar sfeer & beleving toe. Deze basisverlichting wordt verder aangevuld met accentverlichting om extra detail en/of zones uit te lichten. Om het verhaal helemaal af te maken kan er dan nog extra sfeerverlichting toegepast worden.

De basis van een goede, uitgekiende verlichting is een juist lichtplan. De lichtspecialisten van Multibat kunnen dit perfect voor u uitwerken op basis van de bouwplannen en dit lichtplan vormt dan ook direct de basis voor het (uitgebreidere) techniekenplan. Iedere ruimte wordt apart bekeken en opgedeeld in verschillende functies en zones. Aan de hand van deze zones wordt dan telkens de juiste verlichting ingepland. Voor complexere ruimtes zoals bvb. een leefkeuken kan dit zelfs leiden tot een combinatie van algemene verlichting, taakverlichting & accentverlichting, immers in een goed verlichte leefkeuken moeten de gerechten perfect gegaard worden, dient er voor de juiste (verlichtings)sfeer gezorgd worden tijdens het tafelen en kan er zowel iets inspannend als ontspannend gedaan worden in de keuken. Uw lichtspecialist zal ook steeds rekening houden met de kleur van de ruimtes, zo kan een donkere ruimte tot 2X zoveel licht nodig hebben als een lichtere ruimte.

Verlichting moet niet alleen functioneel zijn, maar ook de juiste sfeer scheppen
Ledverlichting in de woning

Bijna alle verlichting die we nu in een woning gebruiken bestaat uit ledverlichting. We mogen echter niet zomaar spreken van de 'ledverlichting' in het algemeen want er bestaan erg veel verschillende leds telkens met hun specifieke eigenschappen en toepassingen. De technologie van de ledverlichting zorgde voor een heuse omwenteling in de verlichtingswereld en een andere benadering t.o.v. de conventionele verlichting. We mogen eigenlijk wel stellen dat de verlichtingswereld door die ledrevolutie wat sneller geprofessionaliseerd is. Waar we vroeger de lichtsterkte van een lichtbron weergaven aan de hand van het verbruikte vermogen (typisch voorbeeld: halogeenspotje 50W, gloeilamp van 100W) wordt dit nu uitgedrukt in lumen, wat de correcte eenheid is van lichtsterkte (vb. ledspot levert 600lumen). De reden hiervoor is dat er echt veel variatie is in de efficiëntie van leds die op de markt aanwezig zijn. Zo kan een led van 50lm/W voor een lichtsterkte van 600lumen 12W aan energie verbruiiken, terwijl een efficiëntere led van vb. 120lumen/W hiervoor slechts 5W zal verbruiken. Het wordt zo snel duidelijk dat het vermogen (W) geen juiste maat meer is om een idee te krijgen van de lichtsterke.

Begrippen uit de verlichting

Lumen: Hiermee wordt de lichtsterkte of de hoeveelheid licht van de lichtbron uitgedrukt. Soms spreekt men van de naakte lumenwaarde, daarmee wordt dan de hoeveelheid licht die de ledbron zelf uitstraalt bedoelt, en van toestellumen, dat is dan de werkelijke hoeveelheid licht die uit het toestel komt, m.a.w. de bruikbare hoeveelheid licht. Een verlichtingstoestel dat goed ontwikkeld werd heeft meestal een rendement van meer dan 80% (directe verlichting zonder diffussor). Verlichtingssterkte is echter moeilijk te meten met ons oog want die is geen betrouwbaar meetinstrument om de eenvoudige reden dat onze ogen zich automatisch aanpassen aan het omgevingslicht.

Hierbij enkele richtwaardes van enkele traditionele verlichting als vergelijkingbasis:

 

Halogeenspot 50W 600 lumen
Gloelamp 100W 1000 lumen
TL (T8) 58W 5000 lumen
TL (T5) 28W 2600 lumen

 

Lux: Lux en lumen worden vaak door elkaar gebruikt, echter is lux de hoeveelheid licht in een bepaalde omgeving. Lux is de waarde die gebruikt wordt om de hoeveelheid licht per vierkante meter weer te geven. 1 lux is dan gelijk aan 1 lumen per m². Hoe hoger een ledbron van een tafel verwijderd is, hoe minder lux ze op die tafel zal werpen. 

Hierbij enkele richtwaarden die worden gehanteerd voor verschillende ruimtes/zones (cfr. EU):

 

Keuken 500 lux
Bureau 750 lux
Gang 100 lux
Eetkamer 300 lux
Slaapkamer 200 lux
Toilet 100 lux
Parking   50 lux

 

Kleurtemperatuur (Kelvin): Wellicht heb je zelf al ervaren dat wit licht niet altijd hetzelfde is. Soms is dit wit licht eerder iets warmer (oranje) van kleur, soms is dit iets kouder (blauw) van kleur. In onze streek vinden we het warm witte licht eerder gezellig, terwijl dit in meer zuiderse landen eerder het koude licht zal zijn. Belangrijk om te weten is dat ons oog deze verschillen in witte kleuren waarneemt, maar ze steeds anders interpreteert, naargelang de omgeving en de kleur van het licht wat men juist daarvoor heeft waargenomen. Daarom werd dan ook een soort standaard in het leven geroepen die gebaseerd is op een fysisch verschijnsel nl. de temperatuur (in °Kelvin) die een theoretisch zwart lichaam uitstraalt. 

Kleurtemperatuur verlichting

De meest voorkomende kleurtemperaturen bij ledverlichting zijn:

Voor de basisverlichting gebruiken we meestal 2700K/3000K afhankelijk van de functie en inrichting van de ruimte. Zo zullen we voor een eetkamer & salon snel kiezen voor een basisverlichting van 2700K, terwijl we voor de keuken eerder zullen kiezen voor 3000K. Wanneer de keuken echter een leefkeuken is, zullen we meestal dezelfde kleurtemperatuur kiezen als in de woonkamer; 2700K.
Extra warm 2700K
Warm 3000K
Neutraal 4000K
Daglicht 5000K

Stralingshoek (beamangle): Dit is de hoek waaronder het licht uitgestraald wordt en wordt gebruikt in het geval van spotverlichting. Men spreekt dan ook van een lichtbundel. Deze wordt meestal bekomen door een reflector of een lens te gebruiken. Men beschouwt de lichtbundel als de hoek waar 50% van het licht in vervat zit. De meeste ledspots hebben ook nog strooilicht, dat is dan het licht dat buiten die bundel valt.

Gradenbundels verlichtingspots

Een smalle lichtbundel zal vooral gebruikt worden om iets echt in het 'spotlicht' te zetten. Een standaard ledspot heeft meestal een lichtbundel van ongeveer 36°, deze wordt ook veel gebruikt als algemene of basisverlichting. Gradenbundels van 60° en meer geven dan een meer gespreid licht, hierdoor kan je een groter oppervlak verlichten met minder spots (als de totale lichtbehoefte dan wel minder groot is). De kunst is om te spelen met licht & schaduwen door de juiste spots op de juiste manier in te planten, en op die manier een gezellig, sfeervol interieur te bekomen.

Vuistregel

Aantal spots in te plannen in een ruimte (300lux, plafondhoogte 2m60):

Spot: 600lumen, bundel 36°

Wij gebruiken dan als richtlijn ongeveer 1 spot per 3m²

Afstand tussen de spots onderling: tussen de 1 en 1,5m.

Kleurweergave: De kleurweergave van een lichtbron wordt aangeduid door een kleurweergave index (CRI - Colour rendering Index). Op deze manier wordt op een objectieve wijze weergegeven hoe waarheidsgetrouw de verlichting de kleuren toont. Als referentiepunt nemen we het zonlicht, die krijgt dan ook een CRI waarde van 100. De CRI waarde van leds is altijd een gemiddelde waarde op basis van  15 geselecteerde kleuren. Daar witte leds bestaan uit een laag fosfor op een blauwe led, scoren leds traditiegetrouw laag op de kleurweergave van rode kleuren (R9), de kleurweergave van de rode kleuren vormt dan ook een goede indicatie voor de kwaliteit van de ledverlichting.

 

Voor interieurdoeleinden kies je steeds best een led met een kleurweergave groter dan 80.

 

80 < CRI < 90 : Verlichting algemene delen: gang, toilet, ...

90 < CRI < 95 : Verlichting keuken, leefruimte,...

CRI > 95 : Specifieke zaken zoals een schilderij, kunstwerk die een hoge kleurweergave nodig hebben

Kleurweergaves verlichting